Aanleiding voor het windplan
De toenmalige gemeente Wieringermeer werd medio 2006 geconfronteerd met de tendens dat de ontwikkeling van windturbines in de Wieringermeerpolder zich voortzette. Niet alleen kwamen er steeds meer windturbines, de turbines werden ook steeds hoger en kwamen daardoor prominenter in beeld in het open polderlandschap. Dit leidde tot het opschorten van bouwaanvragen voor nieuwe windturbines in de polder. Het gevoel bestond dat de voor windenergie beschikbare ruimte in Wieringermeer beter kon worden benut.
De gemeenteraad van Wieringermeer heeft bij het vaststellen van het structuurplan in 2006, dat voorzag in plaatsingsruimte voor grootschalige windenergie, per amendement opdracht gegeven om nieuw windbeleid op te stellen. Om een gedragen windbeleid te formuleren zocht de gemeente contact met de huidige turbine-eigenaren. In de loop van het overleg verenigden vrijwel alle turbine-eigenaren zich in ‘Windkracht Wieringermeer’. Het windplan vormt de basis voor de verbetering van de bestaande ruimtelijke situatie en duurzame groei voor de toekomst. De focus verschuift van aantallen windturbines en projecten naar verhoging van de stroomproductie. Uitgangspunt is de doelstelling ‘meer energie in een mooier landschap’.
Het windplan geeft invulling aan de volgende opgaven:
- de uitbreiding van het Windturbinetestpark ECN;
- het verantwoord opschalen van de bestaande windturbinelijnopstellingen;
- de herstructurering van de bestaande solitaire windturbines.

Conclusie en randvoorwaarden
Conclusie
Met dit inpassingsplan wordt invulling gegeven aan de beleidskeuze van het Rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Hollands Kroon om in de Wieringermeer een grootschalig windpark te bouwen. De private en publieke partijen ondertekenden in 2011 een Green Deal om hun commitment aan het project vast te leggen. Met deze ‘Green Deal’ hebben de Ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu de gemeentelijke structuurvisie als uitgangspunt voor de besluitvorming overgenomen. De gemeentelijke structuurvisie is mede bepalend geweest voor de inrichting en vormgeving van het windpark (zie hoofdstuk 3). Daar waar niet aan de randvoorwaarden wordt voldaan, wordt dat in hoofdstuk 5 van deze plantoelichting (bij het onderdeel landschap) nadrukkelijk aangegeven. Daar wordt ook gemotiveerd waarom het aanvaardbaar is dat op enkele onderdelen van de uitgangspunten wordt afgeweken.
Randvoorwaarden
Vanuit het ruimtelijke beleidskader geldt voorts een aantal randvoorwaarden.
- De herstructurering van oude turbines maakt integraal deel uit van de planregeling in dit inpassingsplan. Dit onderwerp wordt in hoofdstuk 6 verder uitgewerkt.
- Aspecten zoals horizonbeslag, Natura 2000, EHS, slagschaduw etc. zijn allen in het MER onderzocht en hebben (mede) tot de keuze geleid om het windpark in te richten en vorm te geven zoals in dit inpassingsplan is opgenomen. Deze aspecten komen in hoofdstuk 5 van deze plantoelichting verder aan bod.
- Ten aanzien van de netinpassing (onderstation) wordt opgemerkt dat de netbeheerder initiatiefnemer is voor het onderstation en zelf zorgdraagt voor het doorlopen van de benodigde planologische procedures en vergunningen. Hiervoor is een besluitvormingsprocedure gestart door de provincie Noord-Holland. Deze procedure verloopt parallel aan de besluitvorming over het windpark.
Saneringsregeling solitaire windturbines en bestaande windturbines in lijnopstelling
Vertrekpunt: doelstelling van het Windplan Wieringermeer
Op de eerste plaats moet duidelijk worden gemaakt dat het gebruik van de bestaande windturbines in beginsel eindig is. Het Windplan ziet immers toe op een situatie dat de bestaande, verspreid door de polder geplaatste, windturbines worden vervangen door nieuwe windturbines in duidelijk herkenbare lijnopstellingen. Hierbij geldt het principe ‘1 om 1’: iedere nieuwe windturbine vervangt een bestaande solitaire windturbine. Om deze reden zal in de regeling van het inpassingsplan een koppeling worden gelegd tussen de bouw van de nieuwe windturbines met een gelijktijdige zekerstelling dat de bestaande windturbines verwijderd gaan worden (sanering).
Echter, vanwege de financieel-economische haalbaarheid van het gehele plan is het nodig dat de bestaande windturbines nog enkele jaren duurzame energie blijven produceren. Op basis van de door de particuliere eigenaren van solitaire windturbines aangeleverde bedrijfsgegevens is door het Ministerie van EZ deze termijn bepaald op vijf jaar. Bovendien is het de uitdrukkelijke wens van de initiatiefnemers dat de bestaande, legaal verkregen, planologische rechten voor de huidige windturbines in stand blijven en onverminderd overdraagbaar zijn aan derden. Het is immers voor de initiatiefnemers momenteel nog onzeker of alle nieuwe windturbines ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Op het moment dat deze zekerheid ontstaat (zodra het inpassingsplan onherroepelijk is) en de nieuwe windturbines worden gebouwd, dan pas kunnen de rechten voor de huidige windturbines komen te vervallen.
Randvoorwaarden voor de regeling
Uit het hiervoor geschetste vertrekpunt zijn de volgende randvoorwaarden voor de saneringsregeling af te leiden.
- Tussen de bouw en het gebruik van de nieuwe turbines en de beoogde sanering van de bestaande turbines moet een koppeling worden gelegd in de planregeling van het inpassingsplan. Daarbij is het principe 1 nieuwe windturbine ter vervanging van 1 bestaande windturbine leidend.
- Het doen vervallen van de planologische rechten voor de bestaande windturbines moet met voldoende zekerheden zijn omgeven teneinde de financieel-economische uitvoerbaarheid veilig te stellen.
Vanuit deze twee randvoorwaarden is de volgende saneringsregeling tot stand gekomen.
Uitsterfregeling: beperken planologische rechten bestaande turbines
Vanwege het uitgangspunt dat het gebruik van de bestaande windturbines eindig is, geldt dat het inpassingsplan de huidige planologische rechten voor de bestaande windturbines specifiek moet regelen. Voor eenieder moet duidelijk zijn dat het de bedoeling is dat deze windturbines (op termijn) gaan verdwijnen en dus verwijderd worden. Vanwege de huidige onzekerheid voor de betreffende eigenaar of een nieuwe windturbine in de gewenste lijnopstellingen wel verkregen, dan wel gerealiseerd kan worden, worden daarbij de bestaande planologische rechten geëerbiedigd. Deze rechten blijven bestaan totdat de realisatie van een nieuwe windturbine is verzekerd. Dit gebeurt in de vorm van een uitsterfregeling.
De uitsterfregeling is gekoppeld aan het gebruik van de windturbine en niet afhankelijk van een persoon. Rechtsopvolgers van de huidige exploitanten kunnen dan ook de windturbine blijven exploiteren, mits het huidige gebruik ongewijzigd wordt voortgezet. Daarmee is deze regeling beter bruikbaar dan bijvoorbeeld een persoonsgebonden overgangsrecht, aangezien (i) dit niet overdraagbaar is en (ii) enkel aan een natuurlijke persoon kan worden toegekend.
Natuurlijk kunt u over het hoe en wat dit windplan tot stand is gekomen hier zelf ook kennis nemen. Wij hebben de belangrijkste afspraken over de solitaire windturbines welke onderdeel zijn van de planregels voor u in het bovenstaande stuk samengevat.
Als u van het hele document kennis wilt nemen kunt u de volgende koppeling gebruiken:
Windpark Wieringermeer: Toelichting (planviewer.nl)